Pasteques

De groentetuin en de andere productie-eenheden zijn deze zomer een groot succes geweest. Te groot. We komen om in de producten. Gelukkig vinden we af en toe arme slachtoffers die dit geluk niet kennen. Zo zijn er dozen vol mirabellen, tomaten, pepers en kroppen sla uitgedeeld. Maar zojuist is de de laatste slag aan ons toegediend door de pasteques. Even uitleggen.

In het voorjaar kwam Madeleine, een van onze buren, ons een potje pasteque-jam brengen. Ongelooflijk lekkere jam. Geel, fris, smaakvol. De jam wordt gemaakt door het urenlang inkoken van pasteque, met steranijs, kleingesneden citrus en kaneelstokjes, zo vertelde zij. Pasteque kreeg ze niet uitgelegd, dus via google leerden we dat dat watermeloenen zijn. Na al onze loftuitingen bracht ze nog meer potjes jam, zodat wij haar konden verblijden met de overschotten jam van mirabellen, kroosjes (kleine rode pruimpjes) en bramen. En ze bracht het zaad van de pasteque mee. Bordeaux-rode pitjes.

In april werd dat gezaaid in een potje en natuurlijk kwam er teveel op. Vervolgens bracht ze nog twee soorten pastequezaad. Rood en grijs. Die heb ik natuurlijk ook gezaaid en weer kwam er teveel op. De planten kregen een ereplaats in mijn groentetuin en op de helling achter het zwembad.


Peter en Ton kwamen langs en waarschuwden mij. Ik had veel teveel pasteques in mijn deel van de groentetuin gezet, die zouden alles overwoekeren. Toen begon ik me pas te realiseren dat een pasteque meer lijkt op een pompoen dan op een meloen. Ik groef het grootste deel op en plantte die in het bosque, alwaar ze alleen een paar heel kleine pasteqjes opleverden. God zij dank. Ik had allang spijt van de twee planten die ik in mijn groentetuin had laten staan. Zelfs de kiwi, die toch lekker hoog gaat, had er last van. De pepers en paprika's moest ik met geweld vrijhouden.

De kleine pasteqjes heb ik verzameld, die staan mooi in en om de fruitschaal. Ze hebben een prachtige tekening die wel wat aan chinese lantaarns doet denken.


De eivormige zijn van de bordeauxkleurige zaden, de ronde van de grijze zaden. Ik heb een ronde opengesneden, hij smaakt naar zure, harde watermeloen. Alleen is de binnenkant geel.



Deze week was er paniek, nachtvorst. Madeleine had me bezworen de pasteques zo lang mogelijk aan de plant te laten, maar ze mochten niet bevriezen. En wie verwacht er nachtvorst in oktober? In Zuid-Frankrijk? Als je overdag bij 25 graden in je hempje en korte broek in de tuin ligt? Ik was dus een dag te laat, maar de grote pasteques moesten ook naar binnen.


Nu liggen ze gebroederlijk naast de pompoenen in de schuur. Een middelgrote pasteque levert 12 potten jam. Naar schatting ligt hier het equivalent van 250 potten.

De grootste, van het rode zaad, weegt 15 kilo. Denk ik, want ik kan hem niet meer optillen.
Ik heb nu ernstige rugpijn.