Het verhaal van het poezenalfabet

Dit verhaal heb ik al vaak verteld, maar nu is het echt af. Dus kan ik het wel op de blog zetten.

Lang, heel lang geleden, borduurde ik een poezenalfabet. Toen het doek af was, heb ik het ingelijst, het was dus een soort schilderij. Ik houd van borduren, maar niet zo erg van de resultaten, dus ik gaf het aan Roelof. Die heeft het uiteindelijk opgehangen in de gang van ons huis in Oudenbosch. Naast de voordeur.

Toen we het huis wilden verkopen, was er een Open Dag. Ik speelde zelf voor makelaar. Op zo'n dag belde er, ver voor de officiële aanvangstijd, een man aan de deur. Ik zag hem en schatte in dat hij de weg kwam vragen. Hij zag er bepaaald niet uit als iemand die een huis van zeseneenhalve ton ging kopen.

Maar ik vergiste me, hij kwam echt voor het huis. Hij heette Arjan en had zijn zus meegeneomen. Eenmaal binnen zei zij meteen dat ze het poezenschilderij prachtig vond. Ik zei dat ze dan maar eens het hele huis moesten bekijken, want ik had nog veel meer geborduurde schilderijen.

Ze bekeken het huis, maar ze kwamen eigenlijk voor de tuin. Daar brachten ze uren in door, terwijl ik andere, naar mijn gevoel serieuzere kandidaten het huis liet zien. Die vonden allemaal de tuin te groot. Teveel werk.

Arjan en zijn zus kwamen nog even binnen koffie drinken, het werd heel gezellig. Toen ze eindelijk weggingen, door de voordeur, vertelde de zus nog eens dat ze het poezenalfabet zo mooi vond. In een opwelling zei ik: "Als jij zorgt dat je broer dit huis koopt, dan krijg jij van mij dit schilderij." Dat vond ze heel leuk, ze zou het doen.

Arjan bleek miljonair. Hij kocht uiteindelijk het huis, niet voor de vraagprijs maar wel bijna. Ik weet niet hoeveel aandeel de zus in de aankoop had, maar ik vond dat ik mijn belofte in stand moest houden.

Daar was Roelof een beetje boos over. Het was toch zijn schilderij! En dat kon ik toch niet zomaar weggeven? Dus beloofde ik Roelof dat ik hetzelfde schilderij nog eens zou maken.

Ik fotografeerde elke 'letter', maar ik vergat het totaal te fotograferen. Maar misschien krijg je zo een indruk:


Ik had het patroon nog, met het overgebleven garen. Van de erven van een tante van Roelof had ik veel borduurlinnen gekregen. Er zat een blauwe lap tussen die ik kon gebruiken. Ik hoefde alleen maar enkele soorten draden bij te kopen. Het kostte dus vrijwel niets, alleen maar drie jaar borduren.

Nu is hij af, en hij hangt weer in de gang, bij de voordeur. Voorlopig verkopen we Taule niet, maar voor alle zekerheid heb ik er een foto van genomen.








Kerstsfeer in Eauze

Een kerstmarkt en een IJSBAAN! Dat moest ik zien! Dus fietsten Roelof en ik gisteren in een heerlijk zonnetje naar Eauze. De kerstmarkt viel natuurlijk verschrikkelijk tegen. Het was een slap aftreksel van de toeristenmarkten die ze hier zo veel hebben: standjes met Floc, Armagnac, Foie gras en met allerlei huisgemaakte rotzooi. Toch kon ik nog iets kopen: stroopwafels. Van een Nederlandse vrouw, zelfgemaakt (zei ze).

Dan maar naar de ijsbaan. Ik herinnerde me natuurijs in België, daar liep het hele dorp over de ijsbaan, met plassende hondjes en schoenen vol zand. Wij probeerden daar tussendoor te schaatsen en hadden dan veel bekijks. Dus Zuid-Frankrijk en schaatsen, dat moest wel heel bijzonder zijn.

Het was op de Place d'Armagnac, dat is het plein bij de kerk waar al onze gasten graag een drankje of een ijsje consumeren. Het was er lekker druk op de terrassen. De ijsbaan leek in alles op een Nederlandse ijsbaan, een tent waar je schaatsen kunt huren en betalen en dan hup het kleine ijsbaantje op:




Ik zag meteen dat niemand echt schaatste, het was meer lopen op het ijs. Toen we dichterbij kwamen zagen we waarom.

De baan was niet gemaakt van ijs maar van plastic platen!

Pasteques

De groentetuin en de andere productie-eenheden zijn deze zomer een groot succes geweest. Te groot. We komen om in de producten. Gelukkig vinden we af en toe arme slachtoffers die dit geluk niet kennen. Zo zijn er dozen vol mirabellen, tomaten, pepers en kroppen sla uitgedeeld. Maar zojuist is de de laatste slag aan ons toegediend door de pasteques. Even uitleggen.

In het voorjaar kwam Madeleine, een van onze buren, ons een potje pasteque-jam brengen. Ongelooflijk lekkere jam. Geel, fris, smaakvol. De jam wordt gemaakt door het urenlang inkoken van pasteque, met steranijs, kleingesneden citrus en kaneelstokjes, zo vertelde zij. Pasteque kreeg ze niet uitgelegd, dus via google leerden we dat dat watermeloenen zijn. Na al onze loftuitingen bracht ze nog meer potjes jam, zodat wij haar konden verblijden met de overschotten jam van mirabellen, kroosjes (kleine rode pruimpjes) en bramen. En ze bracht het zaad van de pasteque mee. Bordeaux-rode pitjes.

In april werd dat gezaaid in een potje en natuurlijk kwam er teveel op. Vervolgens bracht ze nog twee soorten pastequezaad. Rood en grijs. Die heb ik natuurlijk ook gezaaid en weer kwam er teveel op. De planten kregen een ereplaats in mijn groentetuin en op de helling achter het zwembad.


Peter en Ton kwamen langs en waarschuwden mij. Ik had veel teveel pasteques in mijn deel van de groentetuin gezet, die zouden alles overwoekeren. Toen begon ik me pas te realiseren dat een pasteque meer lijkt op een pompoen dan op een meloen. Ik groef het grootste deel op en plantte die in het bosque, alwaar ze alleen een paar heel kleine pasteqjes opleverden. God zij dank. Ik had allang spijt van de twee planten die ik in mijn groentetuin had laten staan. Zelfs de kiwi, die toch lekker hoog gaat, had er last van. De pepers en paprika's moest ik met geweld vrijhouden.

De kleine pasteqjes heb ik verzameld, die staan mooi in en om de fruitschaal. Ze hebben een prachtige tekening die wel wat aan chinese lantaarns doet denken.


De eivormige zijn van de bordeauxkleurige zaden, de ronde van de grijze zaden. Ik heb een ronde opengesneden, hij smaakt naar zure, harde watermeloen. Alleen is de binnenkant geel.



Deze week was er paniek, nachtvorst. Madeleine had me bezworen de pasteques zo lang mogelijk aan de plant te laten, maar ze mochten niet bevriezen. En wie verwacht er nachtvorst in oktober? In Zuid-Frankrijk? Als je overdag bij 25 graden in je hempje en korte broek in de tuin ligt? Ik was dus een dag te laat, maar de grote pasteques moesten ook naar binnen.


Nu liggen ze gebroederlijk naast de pompoenen in de schuur. Een middelgrote pasteque levert 12 potten jam. Naar schatting ligt hier het equivalent van 250 potten.

De grootste, van het rode zaad, weegt 15 kilo. Denk ik, want ik kan hem niet meer optillen.
Ik heb nu ernstige rugpijn.

Een boomgaard, een moestuin en een boske

De nieuwe vijver is van groot belang dit jaar omdat we heel veel geplant hebben. Dat moet allemaal water krijgen. Als ik dit typ is het hier 36 graden, en de vier weken hiervoor was het ongeveer even warm. Meestal houdt dit soort warmte aan tot half september. Zonder water was alles al lang dood geweest.

In het deel van de tuin 'dat wel betaald is maar nog steeds niet van ons is', hebben we drie gedeeltes ingeplant. De rest is gras. Hier een relaas dat begon op 2 februari en voor altijd doorloopt.


De moestuin. Vorig jaar hadden we een proefstuk. Dat was een teleurstelling. Dit jaar hebben we het heel anders aangepakt. Andere plek, groter. De grond is met de graafmachine zo'n 60 cm diep omgezet en daarna is de klei fijngemaakt. Daarop kon de groentetuin beginnen.








 De groentetuin bestaat uit twee delen. Het ene deel wordt verzorgd door Roelof en bevat alleen groente. Er staat een hek omheen met een mooi poortje. Een keurige, erg Nederlandse moestuin.
Het andere deel is van mij en bevat veel fruit, zoals kiwi, bessen, druiven, frambozen. Alle groente die niet in Roelofs deel passen, staan in mijn deel. Dat is dus een Frans zootje.






We moeten in de praktijk merken wat het goed doet hier. Aardappels, uien, tomaten, bonen, sla, dat gaat goed.

Maar we moeten ook leren om veel vroeger te zaaien, zodat de planten kunnen opgroeien voordat het zo gruwelijk warm wordt.
 De structuur van de groentetuin is af. Het is mooi om de orde te zien in Roelofs tuin. Volgend jaar ga ik ook aan mijn kant meer werken met worteldoek. Het onkruid is moeilijk uit de klei te krijgen en bestaat voornamelijk uit bramen. Maar verder zijn we er erg gelukkig mee.









De boomgaard is aangelegd aan de rechtse kant van de tuin, in de luwte van de 'haag' langs de weg. Die beschermt de jonge boompjes tegen de westenwind. Frédéric maakte 18 holes (toeval) en ik zette de bomen er in.

De boomgaard bevat natuurlijk appels, peren en pruimen, maar ook een perzik, abrikoos en nectarine. Verder een mispel, kwee en een kaki (sharonfruit) en vijgen.

Tante Piet (die 27 soorten fruit in de tuin had) zal dit wel leuk vinden. Ik win trouwens met 29 soorten.


Frédéric heeft ook op een andere plek de grond omgezet. "Wat wordt dit", zo vroeg hij mij. Ik legde uit dat er bomen en struiken zouden komen en dat het de bedoeling is dat het een beetje dicht zou groeien. "Oh, un bosquet",  zei hij, en het klonk als "boske'. Zo heet dat stuk dus nu. Er staan een aantal gekochte bomen, met natuurlijk ook een plataan.

Op deze foto staat ook de boomgaard 'boven' het boske. 


Alle bomen met een echte stam heeft Roelof voorzien van een hoesje tegen de hertenvraat. Dat is hier echt noodzakelijk. Inmiddels zijn alle bomen en struiken zonder hoesje aangevreten en het merendeel is dood. Dat vind ik erg jammer, ik heb ze meegenomen uit Oudenbosch, vaak als stekje, en ze jaren gekoesterd.


Alle planten heb ik voorzien van een rondje stenen, dat houdt het vocht vast en het onkruid weg. Bovendien moet ik de lege plekken gaan maaien, en door die stenen maai ik niet zomaar de planten af.

Ik heb met de 'lege' grond nog een experiment gedaan. Ik had in Oudenbosch zaad geoogst van meer dan honderd planten. Al dat zaad heb ik uitgestrooid in het boske. Het enige dat opkwam waren planten die ik hier al heb: goudsbloemen, cosmea, stokrozen. Inmiddels staat daar omheen ook de lokale flora een meter hoog.


Onder het zwarte plastic waarmee de boomgaard is afgedekt, zit een druppelbevloeing. Ik hoef maar op een plek een slang te bevestigen en de boomgaard krijgt onzichtbaar water. 
Het systeem werkt goed. De bomen zijn voor het merendeel gezond en sterk, ondanks de hitte.


Nog een deceptie. Ik kreeg in Oudenbosch een stekje van de Diospyros Lotus, een dadelpruim. Uit het arboretum. Na het planten in de boomgaard blijkt dat het een mannelijk exemplaar is. Daar komen nooit vruchten aan. Snik. We gaan nu op zoek naar een granaatappelboom om hem te vervangen.


Tot slot nog een plek die is veranderd in dat deel van de tuin. Ik heb geprofiteerd van de aanwezigheid van een graafmachine om één stukje van de tuin waterpas te maken. Roelof heeft, langzaamaan want hij is nog steeds niet helemaal beter, een muurtje van houtpalen er in geslagen zodat het niet inzakt. Het was mijn idee om hier een spa neer te zetten. De elektriciteit staat ervoor klaar. Maar alles overwegend wil ik eigenlijk alleen een plekje om in het water te zitten en een boekje te lezen. En nu heb ik dat. Als Elsa op bezoek komt, heeft ze meteen een zwembadje.









Een mare


Een mare is een vijver, maar in het Frans klinkt dat toch heel anders. Deze vijver niet bedoeld voor het mooi, maar voor het praktisch. Waterberging om de tuin te kunnen sproeien. Je kunt er natuurlijk ook in springen als je het niet erg vindt om tussen de algen en de slangen te zwemmen.

Het graven van de mare hebben we in oktober afgesproken, het is in februari begonnen en in april afgemaakt. In de tussenliggende tijd heb ik Frédéric gebeld, gesmeekt en gechanteerd. Frédéric is de pellist = de man met de graafmachine. Hij is volkomen onbetrouwbaar in zijn afspraken maar hij is fantastisch in zijn werk. En heel aardig. Roelof kan nog steeds geen schop in de grond steken, dus hij was toezichthouder. Ik liep alleen in de weg.

De vijver werd gemaakt door een deel van de beek die achterin de tuin stroomt, af te graven. Met behulp van  een pomp wordt het water dan gebruikt voor de tuin. In de zomer kan het drie maanden aan een stuk droog en warm zijn, een waterbron is dan belangrijk. Maar ook nu in mei wordt het water volop gebruikt voor alle nieuwe aanplant.

Hier zie je een filmpje van de start van het graven. Je ziet hoe Frédéric per ongeluk een 'gat' heeft geslagen in de beek, waardoor het water een beetje prematuur in de vijver loopt. Hij probeert het gat dicht te duwen, maar dat lukt niet. Het was niet echt erg.
 De volgende video geeft het voorlopig resultaat. Ik heb meteen wat andere stukjes van de beek gefilmd, ik ben gek op het geluid van stromend water.
 
Zoals altijd had ik me volledig verkeken op de helling die er in onze tuin is. De vijver was heel diep, maar er zat alleen onderin water. Frédéric legde uit hoe we verder zouden gaan. Zowel aan het begin als aan het einde van de vijver komt een 'dijk' van zes meter breed, en door elke dijk komt een lange buis. De buizen worden zo gelegd dat de beek op een  natuurlijke manier de eerste buis in stroomt, terwijl de vijver veel voller komt. Voller, omdat de buizen horizontaal lopen en niet het verval van de beek volgen.

                                       
Een van de buizen ligt klaar. Daar moet - ook in de winter - alle water van de beek door. Frédéric zegt dat dat kan. Roelof zegt dat dat kan. Ik weet dat het niet kan. Maar wat geeft het. Dan stroomt de beek over en loopt verderop wel weer terug in de bedding. Wel spannend allemaal.

Ik probeer even niet in de weg te lopen. Onderin de tuin, rechts van de buis, is al een dijk klaar. De dijk komt niet boven de grond uit, maar ligt in de bedding van de beek. Aan de andere kant maakt Frédéric ook een dijk, maar eerst zonder buis er in. We moeten wachten tot het niveau van het water hoger is, zodat hij weet waar hij de buis moet plaatsen. 
Pas de volgende morgen liep de vijver 'over de dijk heen'. Het water is nu veel hoger geworden. De tweede buis wordt ongeveer op deze hoogte geplaatst en de dijk wordt aangevuld tot de buis onder de grond ligt.



Roelof maakt op de dijk de pomp klaar zodat die proef kan draaien. Aan de pomp zit  een slang die in het water ligt en en slang waardoor het water omhoog de tuin in gepompt wordt. In de vijver komen ook levende slangen, ze schijnen dat leuk te vinden. Maar ik dwaal af.

Vanaf de vijver naar de schuur wordt een geul gegraven. Daarin gaat elektriciteit voor de pomp in de richting van de vijver (rood) en een (grijze) waterslang in de richting van de schuur. De paal ligt klaar om de kraan aan te bevestigen. Geen enkel probleem, alles werkt. De geul wordt dichtgegooid.
En zo ziet mijn vijver  er nu uit. Onderin de foto zie je net de buis waardoor het water de vijver in loopt. Achterin de vijver zie je de buis waardoor het water wegloopt. Misschien snap je nu pas wat ik met een dijk bedoelde.

Van de andere kant. Je ziet nog het spoor van de geul, maar dat groeit vanzelf vol gras. Zoals de hele omgeving van de vijver en de twee dijken. Voor het jaar om is, is alles groen.

Ik ben er ontzettend gelukkig mee. Ik noem het 'gratis water' en dan lacht Roelof me heel erg uit. Het kostte een paar duizend euro om het allemaal zo te maken. Voor dat geld kan ik de hele tuin onder water zetten met kraanwater. Maar dat vind ik niet leuk.
Inmiddels is de pomp kapot. Hij slaat wel aan, maar hij slaat alleen af als ik de stekker er uit trek. Frans, nietwaar. Ik heb al gebeld, maar dat zal wel weer tot oktober duren .....

Debiele roodstaart

In de winter hebben we roodborstjes, maar in de lente maken die plaats voor de zwarte roodstaart. Die heeft een heel typische zang, met noemt het wel 'het opfrommelen van een papieren boterhamzakje'. Hier kun je hem horen (op play drukken). Hij laat zich luid en duidelijk horen rondom het huis. Bovendien zit hij op 'hoge punten' om vandaar naar beestjes te duiken, net als de roodborst doet. De aanhanger, de tractor en alle stoelen zitten vol roodstaartenpoep.

De zwarte roodstaart broedde bij de slaapkamer, daar zat een flink gat in de muur. Maar alle gaten in de muren zijn dichtgemaakt. Daarom heeft Roelof voor de roodstaart een nestkastje gemaakt en opgehangen op zijn vertrouwde plek. Het kastje werd meteen geaccepteerd en inmiddels zijn er al verschillende nesten uitgebroed. Het is wel grappig om 's morgens in je bed te luisteren naar de roodstaarten die hun jongen voeren.

Maar dit jaar is er een roodstaart gekomen "met het IQ van een gemiddelde PVV-stemmer" (Roelof). Hij heeft weer een nest gemaakt en bijna op de goeie plek:


Op het dak van het kastje!
Nu weten we niet wat we moeten doen. Het nestjes er ín leggen? Of afwachten wat er verder gebeurt?

Winnen op de Salon international de l'agriculture

 Als verjaardagsuitje mocht ik naar de Salon des Salons - althans dat vindt men in de Gers. Ik wilde daar graag heen omdat onze vrienden, Ton en Peter, voor de zoveelste keer mochten meedoen met de koeienkeuring. Zij fokken met groot succes de Blonde d'Aquitaine.

Zij moesten vrijwel gelijktijdig ook deelnemen aan een andere beurs in Parijs, een beurs voor professionals. Peter won daar met hun beste koe/met/kalf de eerste prijs. De rode loper hadden we daarom al uitgerold. Voor de salon was een andere koe, Grive, met haar kalf geselecteerd. Hier zie je haar liggen op de salon. Dikke billen zijn gewenst bij dit soort vleeskoeien en zij is daar goed in.


 Roelof, Ton en ik waren samen naar Parijs gereden. We hadden één dag op de salon en de dag daarna reden we weer naar huis. In die ene dag hebben we bijna de hele salon gezien. Ton niet, die moest de hele dag de koe/met/kalf borstelen, wassen, krulletjes in de staart zetten en poep wegvegen. De salon is wel grappig voor een keer. Hier zie je de Eiffeltoren in groente en daarnaast de echte, gefotografeerd vanaf het dak van de salon.


De helft van de salon was gewijd aan beesten, van paarden tot konijnen, Verder wordt er vreselijk veel verkocht, meestal regionale lekkernijen. Alle politici van Frankrijk laten zich fotograferen met een koe en hopen zo de in de krant te komen. De TV besteedt er dagelijks aandacht aan. Volgens de Fransen is het de grootste beurs ter wereld, maar eerlijk gezegd bestaat hun wereld eigenlijk alleen uit Frankrijk.

Het hoogtepunt van de dag was de keuring van de Blondes. Om je een beetje beeld te geven komt er hier een korte video die ik vanaf de tribune maakte. Je ziet de entree van Ton en Peter met hun koe-met-kalf. Tegelijk was er nog een stierenkeuring gaande op de achtergrond. Zet wel je geluid even zachter.








Midden in de piste hing een groot filmscherm, waar ook de gegevens van de koeien en hun eigenaren te zien is. Dat was maar goed ook want de spreekstalmeester die voortdurend in de microfoon schreeuwde, was volkomen onverstaanbaar.



Peter en Ton hadden vooraf gezegd dat er één koe was die zeker zou winnen, ze was namelijk 300 kg zwaarder dan alle andere koeien. Ze hoopten dus op een tweede plaats.




Terwijl de eigenaren met hun koe/met/kalf rondjes lopen, doen twee keurmeesters hun werk. Ze hadden het niet moeilijk, er waren voor Parijs maar vier beesten geselecteerd. Of eigenlijk acht dus.
Maar voor de eigenaren is dit allemaal vreselijk spannend. 




Na het rondjes lopen worden alle koeien op een rijtje gezet en gaan de keurmeesters delibereren. Op deze foto kun je het prachtige kalfje van Grive zien, hij staat vooraan in de rij.
We werden heel lang in spanning gehouden en toen gaf een keurmeester een klap op de bil van de winnende koe. Inderdaad de zware madame.







Maar de volgende billenklap, en dus de tweede plaats, was voor Grive. Hier zie je de trotse eigenaren op het podium. Met fotografen ervoor. Ze kregen een schildje en die hang je op de schuur. Hun schuur hangt al aardig vol. Toch zijn ze elke keer weer op van de zenuwen.




De salon ging nog dagenlang door, maar voor ons was het afgelopen en we waren ook bekaf.

Als je met een schaap op de salon bent, heb je meteen een aardig kussen als je het een beetje hebt gehad of als je een beetje teveel hebt gehad. Tja, Frankrijk is ook het grootste wijnland van de wereld!

Wordt er nog gebouwd op Taule?

Het is niet toevallig, dat er al lang geen nieuws meer komt van het bouwfront. Niet alleen is Taule bijna af, maar ook is de bouwer geheel knock-out met een spit annex hernia. Hij is momenteel foto's aan het inplakken, dan weet je in welk gruwelijk stadium hij is aangekomen.

Afgelopen zomer hebben we een eerste poging gewaagd tot een eigen groentetuin. Het zag er mooi uit, zie de foto uit de zonnebloementijd. We hebben veel geoogst, maar toch verpieterde de meeste groente in de keiharde klei.


Ik heb, bij gebrek aan een werkzame RJ, de bakken losgschroefd en weggedragen. We gaan een heel nieuwe groentetuin 'bouwen' langs de beek. Het is daar vochtiger en vlakker. Drie maandentwee maandeneen maand geleden, ( welkom in Frankrijk) vorige weekdeze week, sorry volgende week hopen we dat Frédéric komt om de grond om te zetten, zodat de harde klei voor ons bewerkbaar wordt.

Maar er is ook echt gebouwd. Roelof heeft een afdak getimmerd voor het kachelhout, opzij van de schuur. Het past er leuk bij en het is hartstikke praktisch. (klik op de foto's voor een vergroting)






We kunnen profiteren van de nieuwe tractor voor het verplaatsen van het hout. Weg met alle plastic afdekmateriaal, hoera!


We hebben nog altijd bezoekers die niet zo welkom zijn. Van deze schrokken we heel erg, maar hij was makkkelijk te determineren: een ringslang. Die blijkt niet giftig en gewoonlijk bijt hij niet eens. Later vond Roelof er eentje IN de keuken, Hij heeft met met een barbecuetang opgepakt, in een emmertje gedaan en bij de beek afgezet. Stoer nietwaar! Het was maar een kleintje.


Er was ook nog een andere klus aan de schuur: het lakken van alle hout. Drie maanden werk, samengevat in twee foto's.


Andere bezoekers waren juist wel welkom. Toon en Beppie, eind september hier, waren op slag verliefd op de elektrische fietsen. We moesten ze alleen één keer redden van een hoosbui. Maar ze bleven het leuk vinden.



Daarna begon Roelof aan het opruimen van bomen naast de oprit. Voor meer licht in huis en minder blad in de goten.


Dit bleek de doodsteek voor de rug van Roelof. De laatste boom ligt nu al vier maanden te wachten om opgezaagd te worden. Gedwongen winterrust.